JANSMA, Arie

Arie
Jansma
Geboren:
Amsterdam
10 mei 1907
Overleden:
Weesp
20 oktober 1992
Levensbeschrijving: 

Arie Jansma werd op 10 mei 1907 geboren in een Amsterdam gezin waarvan vader en zoons in de havens werkten. De familie kende een lange traditie van linkse overtuigingen, zijn vader was een trouw aanhanger en persoonlijke vriend van Domela Nieuwenhuis. Vanaf zijn tiende werkte Jansma na schooltijd bij een kapper. Daarmee bekostigde hij zelf zijn avondopleiding tot scheepstimmerman. Op zijn vijftiende werd hij lid van de Communistische Jeugd Bond en op zijn achttiende werd hij lid van de Communistische Partij Holland, vanaf 1935 de CPN. In deze tijd werkte hij onder meer als (scheeps)timmerman.

Begin jaren ‘30 vertrok Jansma naar Moskou om daar naar de Internationale Lenin School te gaan. Veelbelovende leden van communistische partijen van over de hele wereld kwamen naar het opleidingsinstituut van de Komintern om te worden onderwezen in de theorie en praktijk van het Sovjet-communisme. In Moskou gebruikte Jansma het pseudoniem Hendriks. Dit was het eerste van vele pseudoniemen die hij in deze jaren gebruikte, hetgeen het moeilijk maakt met zekerheid al zijn bezigheden tot en met de oorlogsjaren vast te stellen. Zeker is dat Jansma na twee jaar uit Moskou terugkeerde naar Nederland, waar hij in 1936 werd verkozen tot lid van het partijbestuur van de CPN.  Hij volgde daarnaast een opleiding aan de Nieuwe Kunstschool, in 1932 opgericht door Paul Citroen.

Over Arie Jansma’s tijd in Spanje blijft veel onduidelijk. De schuilnaam of -namen die hij daar gebruikte blijven omgeven door mysterie: in de documentatie van het ministerie van Justitie wordt de schuilnaam ‘van Zomeren’ of ‘Zomer’ door enkele getuigen genoemd, terwijl zijn familie er zeker van is dat hij in deze tijd de schuilnaam ‘Winter’ gebruikte. Daarvoor is bewijs in enkele overgebleven boeken met de handtekening ‘Winter’ in Jansma’s handschrift. De schuilnaam ‘Winter’ wordt echter ook toegeschreven aan Albert Potze en Tim Timmerman. Mogelijkerwijs gebruikten verschillende personen dezelfde pseudoniemen of gebruikte Jansma meerdere pseudoniemen, waaronder enkele die ook door anderen gebruikt werden.

Wel is zeker dat Jansma functioneerde als politiek commissaris voor de CPN en in ieder geval in het najaar van 1937 naar Spanje is afgereisd, al was hij daar toen slechts voor korte duur. De familie Jansma herinnert zich een anekdote over Arie Jansma’s betrokkenheid bij het faciliteren van het transport van vrijwilligers naar Spanje, een verhaal dat niet door andere bronnen kan worden bevestigd. Arie zou een schip gekocht hebben in de haven van Den Helder en daarmee Nederlandse Spanjestrijders naar het front hebben gebracht. Saillant detail is dat dit gebeurde terwijl de haven onder toezicht stond van marineofficier van Dulm (familie van zijn toekomstige schoonvader) om toe te zien op het naleven van het non-interventieverdrag. In de getuigenverklaring van Martinus Boonekamp wordt beweerd dat Jansma hem hielp om clandestien de Nederlandse grens over te steken. Bij de familie is ook een verhaal bekend over het uitdelen van medicijnen aan Spanjestrijders. Deze getuigenissen suggereren dat hij betrokken was bij de logistieke organisatie van de compagnie Nederlandse vrijwilligers.

In 1938 werd Jansma niet herkozen tot lid van het partijbestuur van de CPN. Arie Jansma deed voor  en in de Tweede Wereldoorlog veel werk voor de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD) die verzet organiseerde uit onder andere Nederland, aangezien hij sinds zijn verblijf in Moskou goed bevriend was met Wilhelm Knöchel. Tijdens de oorlog was Jansma actief betrokken bij het verzet. In deze tijd gebruikte Jansma het pseudoniem Japie Jaspers. Na de bevrijding zetten Jansma en zijn partner Nola Hatterman (schilderes) zich beiden in voor de vereniging Ons Suriname, die de belangen van Surinamers in Nederland behartigde en voor Surinaamse onafhankelijkheid streed. Jansma’s banden met de CPN waren inmiddels bekoeld, naar eigen zeggen was hij na de oorlog ‘kaltgestellt’. Toen Hatterman zich in 1953 permanent in Suriname vestigde, bleef Arie in Nederland en kwam hun relatie ten einde.

Na de oorlog vond Arie Jansma werk als directeur van de timmerfabriek De Vier, die onder andere tentoonstellingsbouw voor musea ontwierp en uitvoerde. Jansma werd steeds bekender met dit werk en zijn autonome kunst. Hoewel hij over zijn eigen kunst bescheiden bleef, werd zijn werk in 1969 in het Stedelijk Museum getoond met de tentoonstelling ‘Dingen van Arie’. Daarin legt zijn vriend Dick Hillenius Jansma’s band met de CPN als volgt uit:

 ‘Uit overgevoelig mededogen was hij tijdenlang lid van een veel ijzer-vretende partij die de wereld een stuk beter zou maken. Rusland. Spanje. Verzet. Datzelfde mededogen bracht hem later weer buiten de partij toen tot hem doordrong dat ijzervretende zuiveringen hoofddoel waren en niet de verbetering van de wereld.’

In 1975 trouwde Arie Jansma officieel met Jeanne Nancy (‘Oekie’) van Dulm (wiskundige) met wie hij al drie kinderen had gekregen. Hij overleed op 20 oktober 1992 in Weesp, op 85-jarige leeftijd.

Bronnen: 
Auteur: 
Merel Blok
Laatst gewijzigd: 
15-02-2018
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Timmerman, Fotograaf, Beeldhouwer, Ontwerper
Vader: 
Jolle Jansma
Beroep vader: 
bootwerker, schipper
Moeder: 
Elizabeth Maria Faas
Datum getrouwd: 
17-11-1929
Partner: 
Trijntje Lettinga
Kinderen: 
1
Datum getrouwd 2: 
19-03-1975
Partner 2: 
Jeanne Nancy van Dulm
Kinderen 2: 
3