WILHELM, Hendricus Franciscus Mattheus

Hendricus Franciscus Mattheus
Wilhelm
Geboren:
Amsterdam
4 oktober 1905
Levensbeschrijving: 

Volgens Gustav was Wilhelm weliswaar in juli ’37 in Spanje aangekomen maar eenmaal daar als weigeraar van frontdienst gemeld en gedeserteerd (al op 9 juli ’37, samen met Evert Teunissen). Klopt dat? Gustav is tenslotte niet als heel betrouwbare bron te beschouwen. De moeilijkheid is echter dat we over Wilhelm maar weinig informatie hebben. Wat weten we wel?

Leven

Hendricus Wilhelm was een zoon van Matth. Christiaan Wilhelm (geboren in Velsen op 28 september 1871) en Anna Elisabeth de Bruin (op 19 april 1877 geboren in Amsterdam) en werkte, eenmaal volwassen, als loodgieter. Kinderjaren en opleiding zijn onbekend. Hij woonde in de jaren dertig in Amsterdam, vanaf eind ’37 op de Brouwersgracht. Na de oorlog huwde hij op 23 januari 1954 de 17 jaar jongere Amsterdamse Wilhelmina Antoinette Geraldina Hansen (op 28 november 1922 geboren) en kreeg twee zonen en een dochter. Ze bleven wonen in Amsterdam en waarschijnlijk verdiende Hendricus ook na de oorlog zijn brood als loodgieter, want het onderhuis van zijn woning op de Palmgracht heet loodgieterswerkplaats.

In Spanje

Eind 1937 verklaarde onze hoofdpersoon tegenover de consul-generaal in Parijs, in juli ’37 naar Spanje te zijn gegaan, samen met Evert Teunissen en drie onbekenden, omdat hij in Amsterdam al een tijd werkloos was, geen steun kreeg en tegen ene Arie opliep die hem werk beloofde in Spanje. Per trein reisden ze naar Parijs, werden er opgevangen op de Rue Mathurin Moreau 8 en per auto via Lyon en Perpignan naar Albacete gebracht. Hij had echter nimmer aan de strijd meegedaan, zo verklaarde hij, maar loodgieterswerk verricht onder leiding van Van Elsland. Na onenigheid met zijn chef was hij kort in de cel beland en had zich daarna in Valencia bij de consul gemeld. De consul-generaal te Parijs meent dat het twijfelachtig is dat Wilhelm wel in vreemde krijgsdienst is geweest. Waarop hij dat oordeel baseert, vermeldt zijn brief niet. Na hem voorzien te hebben van een treinbiljet Parijs-Amsterdam en fl. 20,- heeft hij Wilhelm laten gaan. Zijn tijdelijke paspoort heeft hij hem laten houden. 

Terugblik na terugkeer in het vaderland

Genoemde Van Elsland werd nadien uitgebreid verhoord (op 19 januari ’38) door de Amsterdamse politie. Daarin kwam ook Wilhelm ter sprake, deze had met Van Elsland in een ziekenhuis in Albacete gewerkt, voornamelijk als monteur en ook als loodgieter. Door onenigheid met hun chef waren ze beiden daar weggegaan. Van Elsland verklaart in een uitgebreid eerder verhoor ( op 12 januari ’38) dat er veel sabotage in het hospitaal voorkwam en dat hij op beschuldiging van enkele Duitse emigranten een paar dagen in de cel is gezet, waarop het voor hem niet meer hoefde en hij vertrok. Volgens hem wilde Wilhelm ook terug en vertrokken ze dus samen naar Valencia. Een bevestiging dus alleen in de heel grote lijnen van Wilhelms eigen verhaal in Parijs. Hadden de mannen dit zo afgesproken, maar niet tot in alle details op elkaar afgestemd? 

Aan zijn eigen verhoor bij de politie op 19 januari ’38 ontlenen we vooral meer details over Wilhelms werk in Spanje en zijn ontmoetingen daar met bekende Spanje-strijders. Volgens Gustav was Wilhelm partijloos, maar in dit verhoor vertelt hij over partijbijeenkomsten van voor juli ’37 waar hij ook ene Van Rooij zag. Op straat hoorde hij over Siep Aardema (bedoeld is ongetwijfeld de bekende Siep Adema, eh) die naar Spanje was vertrokken. Via deze Van Rooy wordt hij naar Spanje geholpen met geld (fl. 2,50 voor een paspoort en fl.0,50 voor twee pasfoto’s) en de belofte ten aanzien van zijn moeder dat de partij haar wekelijks fl. 9,- steun zal verstrekken als hij zijn Spanje-voornemen uitvoert. Zijn vertrek is nogal abrupt, een paar dagen later, op 29  juni. Bij het station ontmoet hij een kennis, Teunisse (bedoeld is natuurlijk Evert Teunissen, eh), ook op weg naar Spanje. Deze blijkt over geld voor treinkaartjes te beschikken voor hun tweeën en een derde, hun onbekende man, Frits Denters. Voor de trein vertrekt, worden ze nog bevraagd door twee rechercheurs waar de reis heengaat en antwoorden ze naar de wereldtentoonstelling in Parijs te gaan (bevestiging hiervan door de verbalisant in het proces-verbaal; een bekende smoes van meer Spanjestrijders). Op een papiertje heeft Teunissen het adres in Parijs waar ze zich moeten vervoegen, staan. Daar ontfermt een zekere Hans zich over hen. Via Lyon en Perpignan gaat het met een groep die tot circa honderd man is aangegroeid de grens over en met klaarstaande auto’s via Figueiras naar Albacete. Daar komen ze terecht bij de Garde National, moeten hun kleren en paspoort inleveren en krijgen er militaire kledij voor terug. Horende dat Wilhelm loodgieter is, stuurt politiek-commissaris Timmerman hem naar het ziekenhuis van Villanueva de la Jara. Hij komt er te werken onder Van Elsland. Later worden beiden door dokter Voet van diefstal beschuldigd, vier dagen opgesloten en dan oneervol ontslagen. Timmerman beslist dat Wilhelm naar het front moet, waartegen deze verweer aanvoert. Hij heeft zich inmiddels in Albacete bij de Garde National moeten melden. Samen met Van Elsland regelt hij een auto die ze naar Valencia brengt. Van een groot aantal Spanje-strijders toont de verbalisant foto’s van wie Wilhelm er velen ontmoet heeft in Spanje, onder anderen Hollander Piet, Theo Groenink en Christiaan Wit alias Hans Klein die in Parijs de Nederlanders voorthielp. Het verhoor eindigt met de klacht van Wilhelm dat zijn moeder nimmer de fl. 9,- per week ontving die beloofd was.

Op 5 februari ’38 was er een aanvullend verhoor waarin Wilhelm verklaarde dat het hospitaal te Villanueva de la Jara het Sanger-ziekenhuis was van de Internationale Brigades, dat hij er tegen zes peseta’s per dag werkte als loodgieter en dat het rond 24 oktober ’37 overging in handen van de Volksfrontregering, wat hij pas later had vernomen. Hij had nooit geweten in vreemde-staatsdienst te zijn geweest, op 19 maart ’38 moest hij echter zijn paspoort inleveren. Onbekend is of en wanneer hij dat terugkreeg.

Tenslotte

Terugkomend op de beginvraag van dit stukje kunnen we concluderen dat Gustav incorrect was over de datum van Wilhelm’s vermeende desertie. Diverse getuigenissen wijzen er toch op dat Wilhelm langer actief is geweest dan de paar dagen die Gustav hem toebedacht. En wat het deserteren betreft, blijven we in het duister tasten. Is hij teruggeschrokken voor de daadwerkelijke strijd of heeft hij nooit iets anders dan werken op de achtergrond bedoeld? We kunnen het hem niet meer vragen en ook een speurtocht naar nabestaanden is vergeefs gebleken. Helaas.

Bronnen: 
  • Stadsarchief Amsterdam, Bevolkingsregister, woonkaarten
  • Nationaal Archief 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnrs: 16805, 16810
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.43
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.15, 47
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.93
Auteur: 
Erik Habold
Laatst gewijzigd: 
16-11-2018
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Loodgieter
Functie: 
monteur
Adres: 
Haarlemmerstraat 7
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
06-07-1937
Datum terugkeer: 
11-12-1937
Gewond: 
nee
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Vader: 
Mattheus Christiaan Wilhelm
Beroep vader: 
Loodgieter.
Moeder: 
Anna Elisabeth de Bruin
Datum getrouwd: 
23 januari 1954
Partner: 
Wilhelmina Antoinette Geraldina Hansen
Kinderen: 
3