Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Jacob Smit groeide op in Alkmaar. Toen hij dertien jaar oud was overleed zijn moeder en vertrok het gezin, zijn vader met drie broers en drie zusters, naar Amsterdam. Daar hertrouwde zijn vader en kwamen er twee stiefbroers en een stiefzuster bij. Na de lagere school werkte Jacob onder andere bij een kolenhandel en was hij schipper. In 1931 was hij dienstplichtig soldaat bij het 7deRegiment Infanterie. Hij werd lid van de CPN en het NVV en voor hij naar Spanje vertrok CPN-bestuurslid.

In de zomer van 1937 vertrekt Jacob als vrijwilliger naar Spanje. Samen met  Jan Olfers, Daan Dollé, Henri Janssen en Joop Ruigrok gaat hij op 2 juli de Spaanse grens over. Op 4 juli zijn ze in Albacete, het depot en hoofdkwartier van de Internationale Brigades. Jacob wordt na zijn militaire opleiding opgenomen in het bataljon “Tschapaiew”, het beroemde bataljon van 21 nationaliteiten. 

Dit bataljon had als onderdeel van de XIIIdeInternationale Brigade in juli 1937 zware verliezen geleden tijdens het republikeinse Brunete-offensief ten zuidwesten van Madrid. Van de meer dan 13.000 strijders die deel uitmaakten van de Internationale Brigades waren 4300 gesneuveld en lagen er meer dan 5000 in het hospitaal.

Na het Brunete-offensief vond er een organisatorische herschikking plaats. Het zwaar gedecimeerde en met communicatieproblemen kampende multinationale Tschapaiew-bataljon werd op 4 augustus opgeheven. De overgebleven soldaten van dit bataljon werden verdeeld over andere eenheden. De meeste Nederlandse vrijwilligers kwamen bij het bataljon “Edgar André” onderdeel van de XIdeInternationale Brigade. Bij dit bataljon kregen de Nederlanders later hun eigen compagnie “Zeven Provinciën”.

Op 5 augustus 1937 wordt er een personeelsstaat opgemaakt van het op te heffen 49steBataljon “Tschapaiew” ten behoeve van op die dag uit te geven provisorische identiteitskaarten. Dit gebeurt in het dorp Torrelodones, 20 kilometer noordwest van Madrid, 5 kilometer achter het front en aan de spoorlijn Madrid-Segovia. Jacob Smit wordt op deze lijst vermeld als nr. 84.

Hierna ontbreekt ieder spoor van Jacob Smit. Mogelijk is hij vermist geraakt in de slag bij Belchite (24 augustus tot 7 september 1937), een poging van de Republikeinse regeringstroepen om Zaragoza te veroveren. Hij komt op 9 september  1937 niet op voor herhalingsoefeningen van het Nederlandse leger en wordt als soldaat op 2 februari 1938 op papier afgevoerd. Op 9 maart 1940 wordt in het Bevolkingsregister van Amsterdam op zijn Persoonskaart vermeld: “afgev verm overleden Spanje”.