MALIEPAARD, Piet

Pieter Cornelis
Maliepaard
Geboren:
Spang-Capelle
11 november 1908
Overleden:
Leiden
31 augustus 1977
Levensbeschrijving: 

Een ‘eik van een man’

Pieter Cornelis Maliepaard werd op 11 november 1908 geboren in het Brabantse Sprang-Capelle, als zoon van waterstoker en bootwerker Arie Huibert Maliepaard en Janna Elisabeth Westbroek. Hij had een broer en twee zussen. In 1931 huwde hij Antonetta Ulrich. Ze kregen één dochter, Jannie.  

Piet volgt een opleiding op de binnenvaartschool en begint zijn loopbaan als sleepbootkapitein in Rotterdam. Nadat de Gestapo in 1933 bij Duisburg zijn machinist heeft gearresteerd wegens het verspreiden van ‘opruiend’ (lees: antifascistisch) materiaal, wordt ook kapitein Piet geschaduwd. De Nederlandse consul geeft hem te kennen dat hij in Duitsland niet meer gewenst is, met als gevolg dat Piet werkloos raakt. Het propagandamateriaal was gemaakt door gevluchte Duitse immigranten in Nederland. Dat is voor de hevig verontwaardigde Maliepaard aanleiding om zich in te zetten voor de Rode Hulp, die onder meer zorgt voor onderdak van Duitse vluchtelingen.

Na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog helpt hij actief mee aan het over de grens helpen en soms tot Parijs brengen van vrijwilligers die wilden vechten bij de Internationale Brigade. Tegen de zin van zijn partij, de CPH, die hem in eigen land nodig heeft, reist Piet in mei 1938 zelf via Parijs naar Spanje. Zijn vrouw en dochter van vijf jaar laat hij min of meer in onwetendheid achter, maar voor Maliepaard staat het ideaal voorop: strijden tegen het opkomend fascisme. Na een voettocht door de Pyreneeën rijdt hij op 24 mei de stad Figueras binnen op een vrachtauto. Daar wordt hij ingedeeld bij het tweede bataljon van de XIe Brigade. Al gauw houdt hij zich bezig met de onderlinge communicatie tussen de soldaten, die elkaar vaak niet verstonden, en hun commandant. Gustav  vermeldt hem als een ‘betrouwbare soldaat’ die ook ‘politiek actief’ was.

Lang heeft hij echter niet deelgenomen aan de strijd, want bij het Ebro offensief in juli raakt Maliepaard ernstig gewond aan zijn schouder door een granaat. Maandenlang wordt hij verpleegd in het ‘Hollandse’ veldhospitaal van Theo van Reemst in Villanueva de la Jara. Met een speciale hospitaaltrein arriveert Piet op 18 december 1938 in Rotterdam. Hoewel hem door de Nederlandse consul in Spanje is bezworen dat hij bij thuiskomst vrijuit gaat, wordt hij bij aankomst direct gearresteerd, zogenaamd omdat hij een visboete niet betaald had. Na een spontane collecte onder de aanwezigen kan Piet naar huis, stateloos en stevig verpakt in het gips. Hij is nog maar amper hersteld of de Tweede Wereldoorlog breekt uit. Maliepaard duikt onder. "Toen ben ik in het verzet gegaan. Althans: je was altijd in het verzet”, zo beschrijft hij later de situatie en zichzelf.

Vlak voor de oorlog uitbreekt moet hij weer naar het ziekenhuis in Rotterdam om nogmaals geholpen te worden aan zijn verwondingen. Dochter Jannie: "Ik heb hem zelf opgehaald uit het ziekenhuis. Toen hij thuiskwam bloedde hij verschrikkelijk. Mijn tante Marie probeerde de wond te stelpen, terwijl ik mijn moeder ging halen met de tram. Zo ging dat toen.” Intussen heeft Piet zich aangesloten bij het verzet. Hij werkt samen met een ondergrondse groep communisten, die zich op sabotage-activiteiten voorbereidt gericht op vrachtwagens en spoorwagons. Begin 1943 wordt hij door de Duitsers gearresteerd en belandt in kamp Vught. Daar is hij als blok-oudste van het quarantaineblok voortdurend in de weer om iets te ‘organiseren’ (zoals extra voedsel). Toneelspeler Hans Tiemeijer, die later arriveert, beschrijft hem uitgebreid in zijn memoires. Hij waardeert Piets humor ondanks nare omstandigheden. Bij binnenkomst in het kamp ziet hij hoe Maliepaard grinnikend de groep nieuwelingen bekijkt. "‘Gleichschritt, marsch’, brult hij en het kommando strompelt en struikelt over het weggetje het kamp in. Ik trek meteen mijn klompen uit, want het wordt toch niks. Daardoor verstoor ik het gelid natuurlijk volkomen en worden we een ordeloze troep. Piet brult: ‘Zijn jullie helemaal bedonderd? In het gelid!’ En dan tegen mij: ‘Zeg, lange als je gaat pootjebaaien, doe dat dan niet op het appèlveld.”

In mei 1944 wordt Piet met een groep van 600 andere Nacht-und-Nebel-gevangenen (gedoemd om te verdwijnen) op transport gesteld naar concentratiekamp Dachau. Via een Oostenrijkse oud-Spanjestrijder krijgt Maliepaard een baantje in de ziekenbarak, wat hem opnieuw in staat stelt zijn mede-gevangenen met raad en daad ter zijde te staan. Hij ontpopt zich als vertrouwensman en steunpilaar voor velen. Onder hen is de dichter Ed Hoornik, die hem later ‘een eik van een man’ noemt, aan wie hij en vele anderen hun leven te danken hebben: "Als je maar wist dat ie in de buurt was, had je al het gevoel dat er iets was om tegen aan te leunen. Als je het soms echt niet meer wist, stond ie op eens naast je. Zonder hem was ik er niet doorgekomen, zonder hem en al zijn relaties uit de Internationale Brigade (…)” Met het eind van de oorlog in zicht wordt in het voorjaar van 1945 in Dachau de kiem gelegd voor het latere Nederlands Dachau Comité. Piet Maliepaard hoort bij de vijf initiatiefnemers. Op 17 mei verlaat hij het kamp met een door de gevangenen zelf geregelde bus, samen met zeventien andere Nederlanders.

Als stateloze is het voor Piet niet gemakkelijk om werk te vinden na de oorlog. Ondank is zijn loon. Via connecties uit het verzet krijgt hij een tijdelijk baantje bij de Nederlandse Missie tot Opsporing van Vermiste personen in Rotterdam. Op 28 september 1945 is Maliepaard betrokken bij de oprichting van de Nederlandse Vereniging van Ex-Politieke Gevangenen (Expogé). Zitting in het bestuur blijkt voor hem geen onverdeeld genoegen. In 1949 wordt hij samen met Brecht van den Muijzenberg en oud-Spanjestrijder Nico Mourer ‘uitgestoten’ wegens hun ‘besmet’ communistisch verleden. Onmin met de CPN is er trouwens ook: nog datzelfde jaar wordt hij uit de partij gezet. Op een ander front is er dat jaar gerechtigheid:  Maliepaard herkrijgt eindelijk zijn Nederlanderschap. De Leidse hoogleraar en oud-verzetsstrijder R. P. Cleveringa heeft er zich persoonlijk voor ingezet.

Eind jaren veertig komt hij door bemiddeling van oud-kampgenoot Hans Teengs Gerritsen aan een betrekking in Zuidwolde. Maliepaard wordt er leider van een tehuis voor opvang van ‘onmaatschappelijken’. Het gaat om zo’n driehonderd Rotterdammers die tijdens de oorlog al op drift zijn geraakt door het bombardement. Niet lang daarna vertrekt Piet met zijn echtgenote naar Baarn, waar hij directeur wordt van het ‘gezinsoord’ Drakenburg. Dochter Jannie blijft achter in Zuidwolde, waar zij haar leven lang blijft wonen. In 1954 krijgt Piet een aanstelling in Hilversum in een woonwijk voor ‘asocialen’ aan de Meerweg. Terwijl hij jarenlang in een noodwoning tussen zijn mensen woont, blijft hij zich onverminderd inzetten voor de verbetering van hun levensomstandigheden. In 1959 overlijdt zijn vrouw maar binnen een jaar hertrouwt hij, wat een verwijdering binnen de familie veroorzaakt.

In 1961 is Piet een van de oprichters van het Nederlands Dachau Comité. Het is oud-kampgenoot Tim Boellaard, na veel onderling gekrakeel over de samenstelling, gelukt om ook de schrijver en journalist Nico Rost en Piet Maliepaard erbij te betrekken. Maar het is de tijd van de Koude Oorlog en beiden worden wegens hun communistische sympathieën met de nodige argwaan tegemoet getreden. Het doet Piet, die al negatieve ervaringen heeft opgedaan bij Expogé, geen goed. In augustus 1968 treedt hij af, omdat hij vindt dat het comité verrechtst is en prins Bernhard onterecht een glansrol krijgt toegeschreven in het verzet c.q. de aanstaande onthulling van het Dachau-monument. Maliepaard wordt depressief, maar blijft trouw zijn voormalige medegevangenen opzoeken om te kijken hoe het met ze gaat.

Spanje zal hij nooit vergeten. Als in de jaren zestig Spaanse gastarbeiders in Nederland arriveren gaat Piet met ze in gesprek. Samen met oud-Spanjestrijders Piet Laros, Arie Kloostra en Rien Dijkstra richt hij in 1970 Accion Fuego op ter ondersteuning van politieke gevangenen en hun gezinnen tijdens het regime van Franco. Maar helaas komt Piet ook hier in conflict met de andere bestuursleden. Reden is onenigheid over te voeren politieke koers. Penningmeester Maliepaard houdt het in 1973 voor gezien.

Voor psychische klachten is hij sinds aanvang 1970 al onder behandeling bij prof. dr. J. Bastiaans in de Jelgersmakliniek, specialist in behandeling van getraumatiseerden met een kampsyndroom (later het KZ-syndroom genoemd). Piet brengt Bastiaans in contact met oud-kampgenoot en zakenman Teengs Gerritsen en prof. dr. P. Muntendam, voormalig directeur voor de volksgezondheid. Mede door zijn toedoen komt het in 1973 tot de oprichting van de kliniek ‘Centrum 45’ in Leiden. Hij steunt zijn vriend Bastiaans in diens streven het centrum te richten op de behandeling van oud-verzetsstrijders en niet op die van oorlogsslachtoffers in brede zin.  En weer komt Maliepaard door zijn onwrikbaar rechtvaardigheidsgevoel in conflict met zijn omgeving. Hij kan het niet meer aan. Psychisch en lichamelijk is hij aan zijn eind gekomen en de eik valt om.

Op 31 augustus 1977 is het zover. Piet Maliepaard overlijdt op 68-jarige leeftijd aan longkanker in het Academisch Ziekenhuis Leiden. Zijn dochter Jannie is erbij. "Professor Muntendam liep er ook rond en de arts Theo van Reemst, met wie hij goed bevriend was geraakt in Spanje. Mijn vader had het zo benauwd. Ze hebben alles gedaan, maar niets mocht baten.” De aanhef van zijn overlijdensadvertentie die werd geplaatst in De Waarheid tekent de man die hij was: ‘Tot het laatst gelovend in zijn idealen’.  

(Met dank aan Jannie Strijker-Maliepaard, Hans Donker en Rien Dijkstra jr. (Stichting Spanje 1936-1939))

Bronnen: 
  • Bevolkingsregister Rotterdam
  • Streekarchief Gooi en Vechtstreek (archief St. Bijzonder Opbouwwerk 1956-1974/archief secretarie gemeente Hilversum 1940-1959)
  • IISG: archief Komintern en archief Ger Harmsen nr. 966-978 (Accion Fuego)
  • Staten Generaal Digitaal: Kamerstuk Tweede Kamer 1948-1949, nr. 1121 (1-2), 25 januari 1949
  • Martin Schouten, Voor de oorlog, Amsterdam 1982, p 218-223
  • A.A. Verheij, CPN Verzet in de regio Rotterdam 1940-1945, Rotterdam 1999
  • Nico Rost, Goethe in Dachau, Literatuur en werkelijkheid, Amsterdam 1946
  • Hans Tiemeijer, Spelen met je leven, Mensen die ik heb gekend, Den Haag 1965
  • Mies Bouhuijs, Het is maar tien uur sporen naar Berlijn (over Ed Hoornik), Amsterdam 1985
  • Jos Schneijder en Gijs van de Westelaken, De bus uit Dachau, Amsterdam 1986
  • Jolanda Withuis, Na het kamp, Vriendschap en politieke strijd, Amsterdam 2005
  • Jolanda Withuis, Weest manlijk, zijt sterk, Pim Boellaard 1903-2001, het leven van een verzetsheld, Amsterdam 2010
  • Floris Joustra, ‘Wonen in de marge, Ontstaan van het wooncomplex aan de Meerweg’ in : Hilversums Historisch Tijdschrift Eigen Perk, 4/2004
  • Arno Bornebroek, De oorlog zit me op de hielen, Hans Teengs Gerritsen 1907-1990, Amsterdam 2010
  • Bram Enning, De oorlog van Bastiaans, De LSD behandeling van het kampsyndroom, Amsterdam 2009.
  • L.de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Twwede Wereldoorlog, deel 8: http://www.meertens.knaw.nl/loedejongdigitaal/orig-pages/nl.vk.d.8-2/pg_...
  • In de radio-uitzending VPRO-vrijdag van 4 december 1970 zijn de stemmen van oud-Spanjestrijders Piet Laros, Arie Kloostra, Rien Dijkstra en Piet Maliepaard te horen.
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.36-L.156
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-Ll.37, 39
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.53
  • Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers,  inventarisnummer 8153/8154
Auteur: 
Jos De Ley
Laatst gewijzigd: 
13-11-2024
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Sleepbootkapitein
Overtuiging: 
Communist
Adres: 
Alberdink Thymstraat
Woonplaats: 
Rotterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
24-05-1938
Datum terugkeer: 
19-12-1938
Gewond: 
ja
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
24-03-1949
Vader: 
Arie Huibert Maliepaard
Beroep vader: 
Waterstoker
Moeder: 
Janna Elizabeth Westbroek
Beroep moeder: 
Verlofhoudster
Partner: 
Antonetta Ulrich
Kinderen: 
1 dochter