Mijndert van der Horst werd op 16 januari 1910 geboren te Haarlem in een sociaal-democratisch gezin, bestaande uit vader, moeder, vijf broers en vier zusters.
Miek, zoals hij meestal wordt genoemd, wordt lid van de communistische partij op 22-jarige leeftijd en stelt zich kandidaat voor de Zaandamse gemeenteraad in 1935.
Omdat hij ongehuwd is, krijgt hij toestemming van de partij om naar Spanje te vertrekken en dienst te nemen in de Internationale Brigade en zet op 26 juni 1937 voet op Spaanse bodem.
Hij maakt met het Tschapajew bataljon, de 13ebrigade, gevechten mee aan het front van Brunete en komt hierna in de Hollandse compagnie terecht “De Zeven Provinciën”. In deze compagnie maakt hij gevechten mee op het Aragonfront, in hoofdzaak bij Belchite en Teruel. Bij het laatste loopt hij ernstige bevriezingsverschijnselen op. Miek komt in het hospitaal te Benicasim terecht.
Op 5 december 1938- na het ontbinden van de Internationale brigades - arriveert Miek weer op Nederlandse bodem. Hij is dan stateloos. De in Spanje meegemaakte ontberingen zorgen ervoor dat Miek twee jaar na terugkomst nog stottert, wat nooit meer helemaal is verdwenen.
Kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor Nederland gaat Miek met broers en enkele vrienden door met het verzet tegen het fascisme. Hij wordt door de leiding van de partij -gezien zijn gevechtservaring- ingezet in een z.g. Mil-groep. Het doel is het arbeidstempo te verlagen en sabotage te plegen aan machines en spoor.
Hij werkt mee aan het opzetten en distribueren van pamfletten tijdens de Februaristaking in de Zaanstreek. Het bestuur van de CPN zet na Paerl Harbor aan tot de vorming van een keiharde groep die ook aan wapens en munitie weet te komen, Miek was er één van.
Miek heeft rond die tijd een vals persoonsbewijs en noemt zich Anton van Houten. In september 1941 verwacht de Partij een spoedige inval in Europa en richt sabotagegroepen op. Miek treedt hierin toe. Op 6 april 1943 neemt hij deel aan het elimineren van W. Ritman te Velsen en op 1 mei aan de overval op de Weteringschans. De groep weet zelfs binnen te komen, maar er slaat een hond aan waardoor ze moeten vluchten. Miek wordt door kogels geraakt. Op 11 mei 1944 is hij zo ver hersteld dat hij deel neemt aan de overval op het gemeentehuis van Wormerveer. Eind mei volgt een overval op het gemeentehuis te Heiloo. Miek treedt toe tot de Raad van Verzet. Rond februari 1945 vertrekt Miek als instructeur/saboteur naar Wieringen om daar de groepen te versterken. Ook hier volgen liquidaties.
Na de bevrijding wordt Miek bewaker in een interneringskamp te Hilversum. Later gaat hij de bouw in, maar als er gestaakt wordt staat hij vooraan. In 1948 krijgen Miek en anderen hun Nederlanderschap weer terug. Rust vindt Miek niet meer, in de periode 1946-1968 verhuist hij 17 keer en ook in de liefde gaat het hem niet goed af. Hij is homo en zijn eerste vriend overlijdt aan kanker. Bovendien zet de CPN hem uit de partij ‘omdat homo’s vaak door de Inlichtingendienst zouden worden gechanteerd’, aldus een oud-CPN’er.
In 1970 vraagt hij een uitkering aan bij de stichting 40-45. Het leven lijkt hem weer wat vreugde te geven, hij komt een nieuwe liefde tegen, maar 1 jaar na zijn pensioen op vakantie in Bulgarije met zijn nieuwe vriend overlijdt hij daar aan een hartstilstand.
Miek van der Horst wordt na de oorlog door de BVD in de gaten gehouden omdat hij lid van de CPN en Spanjestrijder is. Hij is ook lid van de EVC en zowel binnen de EVC als de CPN is hij erg actief, voornamelijk met praktische zaken, zoals het uitdelen van folders, het rondbrengen van de Waarheid en het plakken van pamfletten. Voor dat laatste wordt hij enkele malen gearresteerd.
In februari 1957 wordt Miek gearresteerd vanwege een zedenmisdrijf, seksuele handelingen met een minderjarige jongen. ‘Minderjarig’ was tot 1990: ‘jonger dan 21 jaar’. Volgens art. 248 bis van de Strafwet van 1919 was homoseks met zo’n ‘minderjarige’ strafbaar. Pas in 1971 werd het artikel geschrapt. Hij gaat daarvoor naar de gevangenis. Hij wordt daarom geroyeerd, maar in december 1957 wordt hij weer toegelaten als lid. Maar hij wordt niet opgenomen in de kring van activisten, men is bang voor schade aan de partij. Zijn homoseksualiteit zou hem kwetsbaar maken voor chantage, bijvoorbeeld door de BVD. In zijn BVD-dossier is er geen enkele aanwijzing dat dit gebeurd zou zijn, maar mogelijk kwam iets dergelijks niet in een dossier.
In de periode 1958-1960 is hij regelmatig aanwezig bij bijeenkomsten en activiteiten. Ook treedt hij toe tot het districtsbestuur. In juni 1960 is er weer sprake van een ‘ernstig delict’, waarvoor hij enkele maanden de gevangenis ingaat. Vermoedelijk bestond het ‘delict’ opnieuw uit seks met een man jonger dan 21 jaar. De maximumstraf daarvoor was 4 jaar gevangenis. De kwestie wordt daarop voorgelegd aan het partijbestuur. In februari 1961 bedankt hij in opdracht van het partijbestuur als lid. Hij blijft wel vergaderingen bezoeken en activiteiten ontplooien. In 1963 wordt besloten hem niet meer te betrekken bij het partijwerk. Hij zegt dan ook zijn abonnement op De Waarheid op. Overigens heeft hij in de hele periode dat hij betrokken was bij de CPN altijd gul gedoneerd voor allerlei acties en doelen.
In 1963 wordt de Nederlandse Vredesraad (NVR), een communistische mantelorganisatie, opgericht. Spanjestrijder Sijbe Dolstra betrekt Miek bij de activiteiten van deze organisatie. Mogelijk heeft hij toch wat genoeg van de partijpolitieke zaken, want de BVD constateert in 1966 dat hij nog nauwelijks politiek actief is, maar dat hij veel verkeert in homoseksuele kringen.
In 1970 wordt hij medisch afgekeurd voor zijn werk, volgens de BVD vanwege mishandelingen in een Duits concentratiekamp. Dat klopt niet, want hij is nooit door de Duitsers gepakt. Mogelijk had het te maken met verwondingen en/of trauma’s die hij heeft opgelopen tijdens zijn verzetswerk. Dat is meer leden van het verzet overkomen.
In 1971 is hij betrokken bij het dan net opgerichte Spanje Comité, waar hij samenwerkt met zijn streekgenoten en mede-Spanjestrijders Sijbe Dolstra, Kees de Wit en Frans Oord. In 1974 was zijn seksuele geaardheid blijkbaar geen probleem meer en wordt hij weer lid van de CPN.
Miek gaat in 1976 op vakantie in Bulgarije met zijn nieuwe liefde, in een gezelschap met onder andere Spanjestrijder Nanne Koolwijk. Hier overlijdt hij 24 juli. Zijn uitvaart in Zaandam wordt zo’n 100 mensen bijgewoond, waaronder zijn Spaanse kameraden Willem Brasser en Nanne Koolwijk, die ook een van de sprekers is.
- A.J. van der Horst: Twee levens - Uitgave Free Musketeers 2014
- Pim Ligtvoet, Willemien Schenkeveld, De Zaanse Spanjestrijders. Wormer 2019
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-(2, IMG0052) L.30 (aankomst Figueras)
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.401-(2, IMG0080 t/m 83) L. 1-4 (bijzonderheden Hollandse strijders)
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-(2, IMG0022) L.35 (Szinda).
- Nationaal Archief: Ministerie van Binnenlandse Zaken, BVD archief (2.04.125), dossiernummer: 6816