In november 1936 laat Paul de Laat, 21 jaar oud, zijn ouders weten dat hij met zijn vriend Marinus Onderwater naar Frankrijk vertrekt om daar te gaan werken. Binnen enkele weken ontvangen de ouders de eerste brieven waaruit blijkt dat Paul niet in Frankrijk maar in Spanje zit – maar hij beweert nog steeds dat het om werk gaat.
In Spanje houdt Marinus Onderwater een dagboek bij – daaruit blijkt dat beide mannen al snel naar het front gestuurd zijn en dat ze het daar zwaar hebben. Ze hebben geen van twee ook maar enige militaire- laat staan oorlogs- ervaring.
26 november 1936: “Om 4 uur namiddag met autobus vertrokken naar front Teruel (…) Langs veld voorwaarts. Kogels fluiten langs alle kanten (..) Veel doden eerste dag. Geen eten en drinken.”
15 januari 1937: “Boven aan de weg is een bloedbad. Aan alle kanten liggen doden. Geen tijd om te begraven ( …) Ik heb net die plaats verlaten met Paul de Laat. Er waren drie doden, we lagen er tien meter vandaan. Veel angst voor granaten. Haast alle dagen bombardement.”
Dezelfde dag meldt hij dat Paul ziek is geworden en twee dagen later dat Paul in het ziekenhuis is opgenomen. Zaterdag 7 februari 1937 is hij met kort verlof in Valencia. “Met Paul de Laat in stad gegeten. Hij is steeds in hospitaal.”
Vijftien februari is de laatste aantekening in het dagboek van Onderwater, hij is terug aan het front. Maar in september 1937 besluit Ries – zoals hij genoemd wordt – terug te gaan naar Nederland en daar krijgen de ouders van Paul weet van. Ze sturen een wanhopige brief naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken met het verzoek ze te informeren over het wel en wee van hun zoon. Ze zijn er van overtuigd dat Paul geronseld is voor Spanje en dat Onderwater de kwade genius is achter zijn vertrek. Het Ministerie kan in eerste instantie een gunstig bericht doorgeven aan de ouders: Paul heeft zich in november ’37 gemeld op het Nederlands consulaat in Barcelona, hij wil terug naar Nederland en de consul heeft hem tijdelijk ondergebracht in een pension in afwachting van een boot die naar Marseille moet vertrekken. De Laat blijkt inmiddels bevorderd te zijn tot korporaal. Voor de evacuatie plaats kan vinden, loopt een en ander spaak. Op 2 december 1937 meldt de consul in Barcelona dat hij in hetzelfde pension nog vier andere Nederlanders heeft ondergebracht, te weten Joop Doornekamp, Van der Klis, Anthon Bonnee en Cornelis de Wit:
“Tegen mijn uitdrukkelijke order in hebben twee van bovengenoemde personen zich op straat begeven, waar zij door de politie aangehouden werden, waarna arrestatie van de anderen volgde. Zij bevinden zich thans onder beschuldiging van desertie ter beschikking van den Auditeur-Militair en ik zal pogingen in het werk stellen om hun invrijheidstelling te verkrijgen. Het is zeer goed mogelijk dat zij verscheidene weken in hechtenis zullen zijn.”
Tussen dit bericht en de melding van het consulaat dat Paul een klein jaar later, in november 1938, aan het Ebro-front gestorven is, zit nog één officieel document: Paul is zijn nationaliteit ontnomen.
Is Paul gedwongen naar het front terug gegaan of heeft hij er zelf voor gekozen? Een van de vier die met hem in het pension in Barcelona zaten, Bonnee, verklaart later dat Paul in een strafcompagnie was geplaatst, waar ze tien uur per dag loopgraven moesten aanleggen. Spanjestrijder Wim de Jong, in 1984 geïnterviewd voor het boek “De oorlog begon in Spanje” was er bij toen Paul sneuvelde:
“Een persoonlijk vriend van me was Paul de Laat, 2 jaar ouder als ik, een beetje een Brabander, een beetje dat Bourgondische, weet je wel. En dat trok mij erg, ik hou ook van een klein beetje humor, een klein beetje opgewektheid. En Paul was een prachtknul in dat opzicht. Wij waren de laatste die die stelling (ten noorden van Gandesa, tijdens Ebro offensief) uit gingen, nou toen was er op die hele berghelling, die stond vol met vijgebomen, maar toen we eraf gingen, kon je geen stukje hout vinden dat groter was als zo. Zo was die omgeploegd door granaten. Loopgraven waren 1,75 diep toen we erin kwamen, maar je moest plat op je buik liggen en dan moest je je kont nog intrekken anders was je zichtbaar voor de vijand. Zo was die zaak omgeploegd. Maar we gingen naar een hogere bergtop toe, we moesten langs een berghelling weer omhoog voor we.... en dan kon je zo dat dal inkijken. En toen zegt ie, ‘potverdorie Willem daar zitten ze, waarschijnlijk Moren.’ Ik zeg, ‘ik denk het ook wel, maar hou je nou gedeisd.’ Maar hij zegt, hij was scherpschutter, en ik had op dat moment, want wij hadden ons materiaal achtergelaten, dus als machinegeweerschutter had ik niks mee, alleen had ik nog twee handgranaten. Dus ik zeg ‘Paul ik heb nog een stel handgranaten, die sodemieter ik er wel naar toe.’ Maar hij zegt, ‘nee, ik wil hem hebben, ik zie ‘m.’ En op het moment dat ie die vent te pakken krijgt, wordt hij waarschijnlijk meteen opgemerkt door een ander, precies door z’n hoofd.”
In een brief die Teun Blok na terugkeer in Nederland aan de ouders van Paul de Laat schrijft, is geen enkele verwijzing naar de gebeurtenissen in Barcelona en de vermoedelijke poging tot desertie. Teun Blok – die ondertekent met “vriend en politiek commissaris” schrijft:
“Voor ruim twee jaren is hij als jonge anti-fascist naar Spanje gekomen, om zijn haat tegen het fascisme met de wapens in de hand uit te vechten. Lange tijd heeft hij, als voorbeeld voor vele anderen, gevochten aan verschillende fronten (…) Bij zijn kameraden was hij gezien als een goede kameraad en strijder, was hij bekend om zijn vrolijk karakter en zijn discipline. In de laatste gevechten, bij het Ebro-offensief, waren de gevechten zeer hevig. Dagen achtereen hebben wij gelegen in het zwaarste vuur. (..) Paul was een der eersten om de aanval te keren, maar helaas na enige momenten behoorde hij nadien niet meer tot de levenden onder ons.”
- 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, A-dossiers 1815-1940, A-197-bis Spanje, Hulp en Bijstand i.v.m. onlusten in Spanje, inv. Nr 1678
- 2.09.22, Ministerie van Justitie, 1914-1940 (Geheim Archief), inventarisnrs 16803, 16815
- interview met Wim de Jong, IISG, Collectie nederlandse deelnemers aan de Spaanse Burgeroorlog, 40 -https://search.iisg.amsterdam/Record/ARCH02806
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.44-45
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.48