Nederlandse vrijwilligers in de Spaanse Burgeroorlog

Robertus wordt geboren op 18 november 1910 in Rotterdam. In het huwelijk worden 7 kinderen geboren waarvan er maar twee ouder worden dan 1 jaar. Zijn vader overlijdt als hij 8 jaar is. Zijn moeder hertrouwt in 1922 en in dit huwelijk wordt nog een zoon geboren.

Robert verblijft van 28 augustus 1923 tot 26 januari 1930 te Doetinchem in Rijks Opvoedings Gesticht. Daarna woont hij in Amersfoort tot september 1932. Dan gaat hij weer in Rotterdam wonen. Hij komt dan bij het Leger des Heils terecht, en woont op verschillende plekken. Het lijkt erop dat hij geen eigen woon- of verblijfplaats heeft.

In 1937 vertrekt hij naar Spanje waar hij op 17 februari aankomt. Op het formulier dat hij bij aankomst invult geeft hij aan de hij in Nederland vijf en een halve maand bij de infanterie heeft gediend. Als beroep geeft hij op: mecanicien en bij politieke overtuiging geeft hij aan antifascist te zijn. Hij wordt in april ‘37 ingedeeld bij de 14de Brigade, bataljon André Marty. Op een gegeven moment, wanneer is niet duidelijk, wordt hij overgeplaatst naar de 11de brigade, bataljon Edgar Andre. En hij zegt op 9 januari 1938 aan het Aragonfront gewond te zijn geraakt aan zijn voeten. En verder is hij begin 1938 zo’n 3 weken ziek geweest.
In maart 1938 komt zijn naam voor op een lijst van soldaten die geschikt zijn bevonden te worden opgenomen in het instructiebataljon van de 11de Brigade, samen met de Nederlanders Karel Neysel, Antonius Rovers, Lambert Smetsers, Nicolas Wezelman en Marinus Richel. Bij de opheffing van de Internationale Brigades vertrekt hij met het grote transport dat op 5 december 1938 aankomt in Nederland.

Terug in Nederland trouwt hij op 20 maart 1940 met Trijntje Musch. Hij overlijdt op 9 februari 1970 in Utrecht.