Isaac Schavrien groeide op in de oude Amsterdamse Jodenbuurt. Hij had één oudere broer en zes jongere broers en zusters. Rond zijn twintigste zat hij enige tijd vast in de Rijksopvoedingsgestichten in Doetinchem en Avereest en kreeg hij een opleiding tot schoenmaker. In 1928 verbleef hij twee maanden in België. Hij trouwde in 1929 met een nicht en kreeg twee kinderen.
In1937 is Isaac Schavrien werkloos. Eind augustus vertrekt hij samen met zijn vriend Andries Vieleers naar Parijs. Daar melden zij zich bij het in Amsterdam opgegeven adres. Toen Vieleers merkte dat het de bedoeling was dat hij in Spanje moest vechten in plaats van werken ging hij weer terug naar Amsterdam. Isaac gaat echter door.
Na een tocht door de Pyreneeën komt hij met 29 andere internationale vrijwilligers waaronder nog vijf Nederlanders (Jan van Eijk, Engel de Groot, Tim Timmerman, Jan Wouda en Gerrit “kwikkie” Tromp) op 31 augustus aan in het Catalaanse plaatsje Massanet. Op 3 september zijn ze in Albacete, het hoofkwartier van de Internationale Brigades.
Diezelfde maand schrijft Isaac in bedekte termen aan zijn vrouw dat hij spijt heeft dat hij naar Spanje is gegaan. Zijn vrouw stuurt dan een brief naar de Nederlandse Consul in Barcelona en vraagt of het mogelijk is dat deze voor repatriëring kan zorgen. De consul laat weten dat hij niets aan deze zaak kan doen.
Isaac Schavrien zit dan bij de XIdeInternationale Brigade. Zoals vaak is Gustav Szinda weer niet positief over een Nederlander:
“… war ein sehr schlechtes Element, wirkte in seinen Diskussionen zersetzend, starker Trinker.” (was een zeer slecht element, was in discussies recalcitrant, zware drinker)
Waarschijnlijk is Isaac Schavrien in 1938 in één van de vele gevechten van de XIde Brigade in 1938 vermist geraakt (Alfambra-vallei, Nationalistische Aragon-offensief).
In ieder geval is in Nederland niets bekend van zijn terugkeer.
Zijn vrouw liet zich in oktober 1938 scheiden van “Isaac Schavrien Zonderbekende woon of verblijfplaats in of buiten het koninkrijk” Ze vertelde dat ze 27 februari 1938 de laatste brief uit Spanje van hem had ontvangen waarin hij, volgens haar, stelde dat hij niet voornemens was terug te keren.
Ze woont daarna samen met Andries Vieleers met wie ze in 1947 zou trouwen.
In de Tweede Wereldoorlog sloeg het noodlot weer toe voor de familie Schavrien. Zijn twee kinderen Saul en Mietje, 13 en 12 jaar oud, driekwart-joods, werden 21 mei 1943 vergast in Sobibor. Zijn vrouw, half-joods, overleefde de oorlog. Zijn vader en moeder overleden in Auschwitz. Ook 9 broers, zusters, schoonzusters en zwager werden in de Poolse kampen vermoord, net als hun 12 kinderen, de neefjes en nichtjes van Isaac. Alleen twee jongere “gemengd gehuwde” zusters en hun drie kinderen overleefden de oorlog.
- Stadsarchief Amsterdam
- Noord-Hollands Archief, Haarlem – Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam
- Nationaal Archief, 2.05.286, Gezantschap Spanje 1939-1954 – inventarisnr 652
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.100
- Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.71