GIERE, Gerrit

Gerard
Giere
Geboren:
Zaandam
14 december 1915
Overleden:
Brunete (Spanje)
00-07-1937
Levensbeschrijving: 

Gerrit was een zoon van Anne Al uit Westzaan en Jan Frederik Giere uit Zaandam. Jan was Anne’s tweede echtgenoot. In 1899 was zij getrouwd met Jan Veldhuijs.  Uit dit huwelijk werd in 1901 Gerrits halfzus Truus ('Truitje') geboren. Toen Jan overleed bleef Anne in de Zaandamse Spoorbuurt wonen, in de niet meer bestaande Willemstraat en Oranjestraat. Hier had ze kostgangers. Jan Giere was een van hen. Hij werd Anne’s tweede liefde. Ze trouwden en er werden twee kinderen geboren: in 1913 Arie ('Adriaan') en twee jaar later Gerrit (14 dec.). Gerrit was dus de jongste in een klein gezin. Jan Giere had vroeger gevaren, onder andere op Nederlands-Indië, hij sprak Maleis. Sinds het huwelijk was hij 'los werkman', vooral in de haven. Er wordt gezegd dat Jan vaak dronk, niet als enige havenwerker, maar zorgzaam was. Zijn vrouw, ruim tien jaar ouder dan hij, leed aan reuma en lag vaak op bed. Oudste zoon Arie had vast werk. Vanaf zijn veertiende tot zijn pensioen werkte hij bij Simon de Wit, toen de grote concurrent van Albert Heijn.

Toen Gerrit bijna zestien was verhuisde het gezin naar de J.C. van Wessemstraat, een nieuwe arbeidersbuurt. Gerrits' zus Truus, die in 1922 met Jan van Saanen was getrouwd, woonde daar al sinds 1929. Anne, Jan en de twee jongens woonden er van 1931 tot maart 1937 op nummer 29 en vanaf 1939 op 46, vlakbij Truus (nr. 50). Anne was vaak ziek en werd in de van Wessemstraat door Truus verzorgd. Alleen tussen 1937 en 1939, toen Gerrit naar Spanje ging, had het gezin een ander adres. De brieven die Gerrit naar zijn ouders stuurde gingen naar de Ringweg 14, een straat onder de Westzanerdijk, aan de andere kant van het spoor.

Gerrit had nog geen dienstplicht vervuld toen het idee opkwam om naar Spanje te gaan. Wel was hij kort bij de Cavalerie geweest. Daarna had hij, net als zijn vader, gevaren. Onder andere als kok/lichtmatroos op de schoener 'Trio' van de Groningse schippers Klugkist, die toen stenen van België naar Engeland vervoerde (februari 1937). Hierna zat hij zonder werk, tijdelijk. Op de gezinskaart heet hij geen ‘zeeman’ maar ‘kistenmaker’. Hoewel toen 21 jaar oud zag de familie hem als 18. Men dacht vermoedelijk dat Gerrit opsleeptouw werd genomen.

‘Damloopers’
Het idee om als brigadist naar Spanje te gaan werd in een groepje geboren, dat tot de ‘Damloopers’ behoorde. Dat waren jonge arbeiders en werklozen die elkaar op de Zaandamse Dam troffen. De Dam, zo vertelde Frans Oord, was de verzamelplaats voor groepjes mannen die werk zochten. Daar, in het hart van het stadje, kwam het nieuws binnen over de fabrieken die arbeiders en de boten die lossers zochten. De havenwerkers stonden bij het havenkantoor aan de sluis, bij het 'bonkieshuis', de jongelui bij het standbeeld van Czaar Peter. Daar was een plantsoentje met bankjes. Er is een foto van vier vrienden uit het groepje, Gerrit Giere, Jan Hulst, diens neef Muus Dral, en Koen de Wit op de stoep van het Apollo Theater. Het is Dam 7, met uitzicht op de Czaar. De film The substitute husband draait. Gerrit draagt klompen. Een andere foto laat zeven ‘Damloopers’ zien, staande bij dansschool Tivoli op de hoek van de Dam en de Czaar Peterstraat. Gerrit en Jan staan ook op deze foto. Het waren boezemvrienden. Op de Tivolifoto is nog Dingeman de Munck te zien, terwijl Frans Oord op beide opnames ontbreekt.

‘geronseld’?
Volgens Frans raakte het groepje ervan overtuigd dat het goed was om naar Spanje te gaan na een gesprek met de bekende Zaandamse communist Dirk Makkinga (1901). Net als de meeste jongeren uit het Zaandamse arbeidersmilieu hadden ze in die crisisjaren weinig te verliezen. In dagblad de Telegraaf en ook wel in het sociaaldemocratische Het Volk werd dit feit als de voedingsbodem voor communistische 'ronselpraktijken' richting Spanje gezien. Ook Gerrits zuster Truus dacht dat hij ‘geronseld’ was, door een winkelier op de Zuiddijk. Maar bij alle werkloosheid was de strijd tegen Franco en zijn helpers Hitler en Mussolini voor velen zeker een echt motief. De Spaanse republiek was daarbij in die jaren een symbool van de strijd tegen sociale ongelijkheid. Gerrit zelf schreef in zijn eerste brief: Ik ben om eigen idee gegaan. Hij werd daarbij gesteund door communisten als Makkinga en Oord. Jan Hulst vertelde dat Frans in het groepje 'de echte partijman' was en de verbindingslijn met de communistische partij. Hij had vanwege zijn militaire dienst ook enige ervaring met krijgsdienst.

op reis
Wie gaan er op 3 juni uiteindelijk op reis? Behalve Gerrit Giere (21) zijn dat Jan Hulst (23), Frans Oord (23) en Dingeman de Munck (21). Een vijfde viel plotseling af; hij zou doorgeslagen zijn bij de politie. Afgaande op uitlatingen van Frans Oord in 1984 (IISG) en een aantekening van de Centrale Inlichtingendienst (CID) ging vermoedelijk om Cornelis Roels, zoon van een nationale bokskampioen. Dingeman was niet uit hetzelfde milieu als de anderen afkomstig en van huis uit katholiek, maar kwam in die tijd wel naar de dansschool. Zijn broer Joop zou later ook naar Spanje gaan.  Een ander van het vaste groepje vrienden, Koen de Wit, reisde een paar maanden later na, werd echter in Parijs gepakt.

De CID hield het er in zijn overzicht van 145 Spanjegangers op dat Gerrit, Frans en Dingeman, samen met ene Hendriksop 30 juli 1937 op weg naar Spanje waren. Feitelijk was Gerrit toen al gesneuveld. Frans Oord vertelde dat er tot Parijs een persoon met de vier Spanjegangers meereisde die de tickets had geregeld. Hij noemde zich Jansen. Ze vertrouwden hem niet, dachten dat hij van de geheime dienst was. Frans hoorde later zijn echte naam, ‘Van Solingen’, en dat hij tijdens de oorlog werkzaam was bij Justitie. Maar Cor van Soolingen, een 35-jarige onderofficier grote vaart, was een Haarlemse CPN-er en hielp veel Spanjegangers aan informatie, treinkaartjes en reisgeld. Hij was een van de weinige ‘ronselaars’ die werd aangeklaagd en vastgezet. Hoewel het bewijs ontbrak kreeg hij uiteindelijk een maand 

Parijs en Pyreneeën
Gerrit stuurt op 5 juni een ansichtkaart uit Parijs. Hij had zijn familie verzwegen dat hij wegging. Het is een foto van de Place Vendôme, met op een hoge zuil het standbeeld van Napoleon. De afzender is 'Gerrit'. De tekst luidt: 'Gaat Goed'.

Vermoedelijk vertrok het Zaanse groepje kort na die briefkaart naar Marseille. De Zaandammers gingen niet met een boot naar Spanje, maar  met de trein tot Perpignan en vandaar te voet de Pyreneeën over. Frans Oord vertelt dat ze in een boerderij op de voettocht werden voorbereid. Gerrit waren ze plotseling kwijt. Hij was met dorpsbewoners op een ezeltje meegegaan en kwam een tijdje later lachend terug. Hij was de  vrolijkste van de vier. De eerste brief van uw liefhebbende G., gedateerd 15 juni,  komt van de Spaanse kant van de Pyreneeën, vermoedelijk uit Figueras. Want hij schrijft: waar ik nu zit blijf ik niet, en vraagt om te wachten met terugschrijven tot hij een vast adres heeft. Dat zou min of meer in Albacete zijn. Gerrits eerste zin luidt: Eindelijk kan ik u uit Spanje sturen. De tweede zin: Ik hoop dat u er niet kwaad om ben dat ik hier naar toe gegaan ben.

brieven
Veel Spanjestrijders schreven brieven naar huis, ook Gerrit Giere. Het mooie is dat ze bewaard zijn. Ook bijzonder is dat de drie brieven die hij, eenentwintig jaar oud, in juni en juli 1937 uit het Spanje van de Burgeroorlog schreef, nauwelijks over Spanje gaan. In de familie is bekend dat Gerrit het als matroos niet uithield vanwege heimwee. Het lijkt nu wel alsof  Gerrit voor hen naar wie hij heimwee heeft wil verbergen dat hij in Spanje vecht. De brieven gaan, vragenderwijs, vooral over het leven van de dierbaren die hij in Zaandam achterliet. Hij vraagt steeds of zijn vader en zwager wel werk hebben. Hij doet de groeten aan alle ooms en tantes, aan de Damloopers Koen [de Wit], Mu[u]sch [Dral] – neef van Jan Hulst -  en Kees, aan de voetbalclub ‘Zaanse Boys’ – waar hij als lid bedankt -  en vooral aan zijn nichtje Annie.

een Fabriek
Over Spanje zelf schrijft hij weliswaar er naartoe te zijn gegaan ‘om eigen idee’ maar twee kantjes verder noemt hij economische redenen: Ik denk dat ik hier aan werk kom in een Fabriek. In de derde brief, van 3 juli, staat Ik werk hier in een Fabriek. Dus dat is binnen anderhalve week goed gekomen. Hij vervolgt, ter bevestiging en ter geruststelling, En gaat goed hier ik mag niet Langer dan een half jaar wegblijven dan kan naar huis en dan blijf ik veertien dagen en dan gaan ik weer weg om hier te werken want in Holland is er toch niets meer voor mij te verdienen.

Tussen de regels door schrijft Gerrit over de manier, waarop hij indertijd zelf in Zaandam een centje bij verdiende. In de derde brief schrijft hij: 'Zeg Truis bewaar je de vodde en Ouwe Kranten nog voor me of niet want dan heb ik alvast weer handel voor een Cigaretje als ik weer eens thuis'. Hij schrijft ook iets over het uitgeven van dat geld. Dat werd niet alleen aan een sigaretje besteed. In een vertederende passage uit de tweede brief over zijn nichtje Annie vraagt hij of die lievert het nog wel eens over ome Gerrit heeft, wel toch hoop ik. Hij informeert naar haar prestaties op school: Hoe gaat het met der leeren goed of niet. Hij hoopt van wel. Want ze moet onze naam hoog houden. Hij geeft Annie dan een stevige zoen, normaal in zijn brieven voorbehouden aan moeder, en voegt toe: En laat Opoe je maar een IJzie of en slagroom geven dat krijgt ze wel weer eens terug. Het ligt voor de hand te veronderstellen dat hierop werd teruggeschreven en dat er een fotootje van Annie bij werd gedaan. Zo'n brief nam Jan Hulst mee terug naar Zaandam.

politiek
Dat Gerrit niet werkelijk vanwege het werk maar om politieke redenen was weggegaan was zijn familie waarschijnlijk bekend. In de eerste brief hoopt hij dat zijn moeder er niet zooveel last van heb … want ik heb er nog geen spijt van. Vervolgens vraagt hij zijn vader aan Alle meschen en vooral partijgenoten de groeten te doen van mij. Zaanse communisten als Dirk Makkinga waren uiteraard op de hoogte, hoewel Jan Hulst vertelt dat op Frans na niemand van het groepje echt partijlid was.  Omdat de buren misschien wel naar tegen mij opkijken moet ook hen verteld worden waarvoor  ik hier naar toe gegaan ben dan zullen zij dat wel begrijpen. Deze ene bladzijde van 15 juni, wanneer hij moet verklaren waarom hij plotseling verdween, is bijna alles wat Gerrit over de politieke achtergrond van zijn vertrek naar Spanje schrijft.

Het vermijden van politiek kan verschillende redenen hebben. Op de enveloppe van de tweede brief (24 juni), gestempeld door het 'Volksleger', staat het woord 'censuur'. En een onderschepte brief kon ook in Nederland tot problemen leiden. Vanaf 11 juni 1937 was dienst nemen in Spanje of het bevorderen daarvan bij Koninklijk Besluit verboden. Het politieke aspect komt desondanks tot uiting in het Spaanse adres: Secorro Rojo Internationaal 20 GP Albacete, Plaza Altozano Ispaña. Niet iedereen zal begrepen hebben dat 'Secorro Rojo' de linkse 'Internationale Rode Hulp' aan de anti-Franco troepen was, en de plaats Albacete het militaire hoofdkwartier van de internationale brigades. Maar politiek geïnteresseerden wisten het wel. En zo was er meer. In de aanhef van de tweede brief zegt Gerrit het zo: Ik ben hier in een aardig plaatstje en het bevalt me best hier. Even verder: De Kameraadschap hier is goed onder die menschen Moeder en wat je vraagt krijg je wel. En laat vader eens vragen: ze een paar kranten sturen. De goede verstaander wist wat met 'die menschen' werd bedoeld en dat Gerrit linkse bladen wilde hebben.

naar het front
Er is een in het Frans gesteld formulier met acht ‘Hollandse’ en drie Duitse antifascistes en hun personalia. Het stamt uit Spanje, mogelijk uit Albacete. De naam van Gerrit Giere staat vlak boven de Duitsers. Het lijstje wordt aangevoerd door zijn reisgenoten Frans, ‘Dingemann’ en ‘Johan’, gevolgd door Casper Klaassens uit Utrecht, de gebroedersKlijnsma uit Overdinkel en Johan Verburg uit Delft. Van Casper staat vast dat hij naar Brunete ging.

De derde brief, hoewel met een verkeerd geschreven datum (3 juni), zal kort voor het vertrek naar Brunete zijn geschreven, op 3 juli. Gerrit vraagt zijn moeder om in de gaten houden wanneer hij op moet komen voor de militaire dienst in Holland. Dit was voor de republikeinse legerleiding namelijk een geaccepteerde grond om verlof te geven, misschien omdat men hoopte dat de verdwenen recruut terugkwam als geoefende soldaat. Arie's vrouw Corrie Zegers - eind maart 1937 met hem getrouwd - moet haar broer, ouders en gehele familie groeten, want dat had hij in zijn andere brief vergeten. Koen en Mu[us]ch en de Jongens van de Zaanse Bous [Boys] krijgen de groeten. Vader moet Opoe en Opa de groeten doen en ook moeders familie wordt deze keer genoemd: 'Want iedereen krijgt een beurt met een paar lettertjes van Gerrit'. Gerrit is in deze brief de lijst van familieleden en vrienden precies nagegaan. Hij eindigt met drie keer Daaag!! En Schrijf gauw. Hij beseft dat het menens wordt.

vermist
Jan Hulst vertelde dat de vier Zaandammers begin juli weggaan uit Albacete, weg naar het Brunete-front bij Madrid. Jan is bij de eerste inzet ziekendrager. Het bevalt hem niet. Ook de anderen willen er niet blijven. Ze gaan een paar kilometer terug, naar Villanueva de la Cañada. Daar sluiten ze zich aan bij Evert en Henk Kraake. De broers zijn afkomstig uit Zwolle, en hebben een zuster die in Zaandam woont. Zij bedienen machinegeweren. Boven de weg is een heuvel waar koloniale troepen van Franco liggen, 'Moren' genoemd en afkomstig uit Marokko. De brigadisten moeten naar boven schieten. De Zaanse jongens en de broers Kraake liggen naast elkaar. Na een aanval van de Moren moeten ze het veld ruimen. Dingeman de Munck wordt gewond aan zijn kin, door ‘eigen’ vuur van beneden, en Gerrit Giere raakt vermist. Jan Hulst gaat terug om Gerrit te zoeken. Hij vindt niemand, ook geen lichaam. Het gebeurde volgens Jan op 18 of 28 juli. De slag werd op 26 juli beëindigd, zodat 18 juli overblijft. Waarschijnlijker is echter 7 of 8 juli.

de slag om Brunete

De Spaanse regering en met name de communistische partij had de aanval op Brunete, 25 km ten westen van Madrid, en het gebied erom heen zorgvuldig voorbereid. Het gebied moest worden ingenomen om meester te worden over de aanvoerlijnen naar Madrid en het gedeeltelijke beleg door de nationalistische troepen op te heffen. Tegelijk wilde men in centraal Spanje een front openen, dat de aanval van Franco in het Baskenland zou verzwakken. De regering beschikte over ca. 70.000 manschappen, een grote hoeveelheid materieel en vliegtuigen. Alle vijf de Internationale Brigades namen deel, totaal 13.500 man.  Ze vochten in de 11e, 35e, en 46e divisie. Het was de grootste republikeinse operatie tot dan toe in de burgeroorlog. De Zaandammers vochten in de 11e divisie van commandant Lister en/of de 35e van commandant Walter.

Op 6 juli valt de 35e divisie het dorp Villanueva de la Cañada aan. Er is felle tegenstand. Generaal Miaja geeft orders om door te vechten, desnoods moet men de manschappen dwingen met eigen kanonvuur. De 11e divisie valt het iets verder gelegen Brunete aan,  dat op de ochtend van 7 juli in handen van de regeringstroepen komt. Verder doorstoten zonder steun van de 46e divisie van Campesino durft commandant Lister niet; men graaft zich in.  Dat geeft de nationalisten de tijd om hulptroepen aan te voeren, waaronder een Marokkaans onderdeel. Frans Oord spreekt in Dankaart e.a. over 'een nachtelijke tegenaanval van  Portugezen, fascisten en Moren'. Maar ook Villanueva de la Cañada valt op 7 juli in handen van de regering. De strijd golft hierna heen en weer. Op 18 juli beginnen de fascistische troepen, ondersteund door zware artillerie en luchtmacht, een tegenoffensief. Op 24 juli bereiken ze Brunete. De divisie van Lister raakt in paniek en vlucht. De commandant laat 400 van zijn deserterende manschappen neerschieten. Twee dagen later was het teleurstellende regeringsoffensief rond Brunete voorbij. Er was 25 vierkante kilometer terreinwinst geboekt, tegen een verlies van ca. 25.000 manschappen. Daaronder waren 4300 leden van de Internationale Brigades. Een van hen was Gerrit Giere. 

Zaandam
Jan Hulst vertelde dat Gerrits vermissing bij de familie in Zaandam diepe indruk maakte. Toen Hulst na veel omzwervingen in april 1938 weer in Zaandam kwam was Gerrit al tien maanden spoorloos. De brief met het fotootje van Annie, die Gerrit niet meer had bereikt, gaf Jan terug aan broer Arie.

Op Sinterklaasdag van dat jaar, met de grote groep van Piet Laros, kwam Frans Oord terug. Gerrit was er opnieuw niet bij. Maar zijn moeder bewaarde de hoop dat hij nog leefde en terug zou komen. Arie noemde een van zijn zoons naar de vermiste broer. Annie vertelt dat haar moeder tot aan het einde van haar leven voor Gerrit een bed op de overloop had klaarstaan. Haar hoop bleek vergeefs. De drie brieven van Gerrit blijven zijn laatste levensteken.

Bronnen: 
  • Drie brieven van Gerit Giere (juni-juli 1937), coll. Jan Giere, Zaandam/ IISG
  • Mededelingen van Jan Hulst, Frans Oord, Annie van Saanen, de dochter van Gerrits zuster Truus, allen Zaandam, 1999
  • Aanvullingen van de neven Gerrit Giere en Jan-Frederik Giere, van Anne Anema, Gerard Klitsie, Nel Langendijk, Wijnand Takkenberg (allen Zaandam) en Klaas Woudt (Zaandijk), Trudel de Vries-van Reemst (Amsterdam),   Julio Rubio (Spanje), allen 1999
  • Pim Ligtvoet en Willemien Schenkeveld, De Zaanse Spanjestrijders. Wormer 2019
  • Gemeentearchief Zaanstad, gezinskaart
  • http://resources.huygens.knaw.nl/watermarker//pdf/cid/1300-1399/1380.pdf (CID 42849a)
  • http://resources.huygens.knaw.nl/pdf/cid/2200-2299/2232.pdfp (p. 192)
  • Anthony Beevor, De strijd om Spanje. De Spaanse Burgeroorlog 1936-1939. Ambo 2006, p. 287-299; https://en.wikipedia.org/wiki/Battle_of_Brunete
  • Pim Ligtvoet, "Brieven van de Zaanse Spanjestrijder Gerrit Giere. Met een lijst van 20 Zaanse Spanjestrijders". In: Anno 1961 (1999, p. 1498-1502)
  • Hans Dankaart e.a. De oorlog begon in Spanje. Nederlanders in de Spaanse Burgeroorlog Van Gennep, Amsterdam 1986 (p. 53-56; p. 81).
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.16
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.403-L.13
Auteur: 
Pim Ligtvoet
Laatst gewijzigd: 
31-05-2019
Overige gegevens
Sekse: 
man
Adres: 
Ringweg 41
Woonplaats: 
Zaandam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
03-06-1937/15-06-1937
Gesneuveld: 
ja
Vader: 
Jan Frederik Giere
Beroep vader: 
havenarbeider
Moeder: 
Anne Al