NIEUWENHUIS, Willem Cornelis

Willem Cornelis
Nieuwenhuis
Geboren:
Amsterdam
7 juli 1911
Overleden:
Amsterdam
19 juni 1999
Levensbeschrijving: 

Willem Nieuwenhuis groeide op in de Amsterdamse Kinkerbuurt en zou daar met een Spaans intermezzo van anderhalf jaar tot zijn 38ste   jaar blijven wonen. Hij was de oudste in een gezin met zes kinderen. Na de Lagere School bezocht hij de Ambachtsschool en werd timmerman. Van juli tot december 1931 zat hij in militaire dienst bij het 6de  Regiment Veldartillerie.

Een grote groep van meer dan vijftig internationale vrijwilligers arriveert op 26 juni 1937 na een lange nachtelijk voettocht door de Pyreneeën in het Catalaanse bergdorpje Setcases. Zeven Nederlanders maken deel uit van deze groep. Naast Willem Nieuwenhuis zijn dat Mijndert van der Horst, Piet van Etten, Nico Mourer, Jan Meijer, Theo Botterman en Nico Gräper. De laatste drie komen uit de naast de Kinkerbuurt gelegen Staatsliedenbuurt in Amsterdam. Zes van hen zijn achter in de twintig, Nico Mourer is met 37 jaar de oudste. Drie zullen de Spaanse Burgeroorlog niet overleven. Nico Gräper sneuvelt twee maanden later al in de slag bij Belchite. Theo Botterman en Piet van Etten raken vermist tijdens het nationalistische Aragonoffensief in het voorjaar van 1938. Ze zijn waarschijnlijk naamloos verdwenen in een Franco-massagraf. Jan Meijer wordt enige jaren later vanwege verzetswerk door de Duitse bezetter gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte.

Na een korte opleiding in Albacete waar het hoofdkwartier van de Internationale Brigades is gevestigd zal Willem Nieuwenhuis waarschijnlijk zijn overgeplaatst naar het vijftig kilometer van Albacete gelegen provinciestadje Almansa. Hier is de artillerieopleiding van de Internationale Brigades gevestigd. Willem heeft als artilleriesoldaat in het Nederlandse leger ervaring opgedaan met veldgeschut en wordt vrij kort daarna ingedeeld bij de artillerie, bij de “Thälmann-batterij” , onderdeel van de 2de  Grupo “Skoda”. Bij deze artillerieafdeling zijn de Nederlanders Piet Keijzer en Marinus Schell chauffeur. Bij de “Thälmann-batterij is Nol van den Hoff korporaal, Nico Mourer is er politiek-commissaris.

De batterij wordt ingezet in de winterslag om Teruel en daarna bij de gevechten rond de Alfambravallei ten noorden van Teruel. Na deze slag om Teruel en de rivier de Alfambra is het Republikeinse leger in Aragon gedecimeerd. De onderdelen, waaronder de Internationale Brigades hebben veel gevechtskracht verloren en komen zwaar in de problemen door een groot offensief van de nationalisten begin maart 1938. 

Over een frontbreedte van ongeveer 100 kilometer braken de fascisten onder leiding van generaal Yagüe door het zuidelijk deel van het Republikeinse Aragonfront. Het nationalistische leger werd gevormd door de fascistische falangisten, de Carlistische requetés, verder de Marokkaanse huurlingen en legionares van het Leger van Afrika en de Italiaanse C.T.V. (Corpe di Truppe Voluntarie), totaal 150.000 man. Dit leger had de beschikking over 700 stuks geschut met onder andere de allernieuwste Duitse 88mm kanonnen. De luchtsteun kwam van 600 vliegtuigen. Naast de Spaanse nationalistische luchtmacht en de Italiaanse Aviazione Legionaria was de luchtmacht van het Duitse Condorlegioen van de partij met de geavanceerde Heinkel He 111 bommenwerper en het nieuwe jachtvliegtuig Messerschmitt bf 109. Deze twee modellen waren toen zeer modern en zouden tot ver in de Tweede Wereldoorlog geproduceerd worden. De Duitsers van het Condorlegioen combineerden tijdens dit offensief voor het eerst luchtaanvallen met de geconcentreerde inzet van tanks, de zogenaamde Blitzkrieg-tactiek. Speciaal hiervoor werden voor het eerst ook de Junkers Ju 86 duikbommenwerpers ingezet, de later beruchte Stuka’s.

Als een mes door de boter sneed dit Franco-Aragonoffensief door het verzwakte, slecht uitgeruste en nog niet versterkte Republikeinse leger. Er werden in de bergen verwoede achterhoede gevechten geleverd. Maar ook brak er vaak blinde paniek uit als na hevige bombardementen meteen de Duitse tanks aan kwamen rollen. Half april bereikten de nationalisten de Middellandse Zee en was de Spaanse Republiek in tweeën gedeeld.

De batterij “Thälmann” is onderdeel van deze terugtocht in het natte en kille voorjaar door de sierras in het binnenland van het zuiden van Aragon. Ze trekken over hoogvlaktes en door gebergte van 1000 tot 2000 meter. Willem Nieuwenhuis maakt gevechten mee bij Montalban, Aliaga en Albocacer. Tijdens deze terugtocht wordt Willem bevorderd tot cabo (korporaal). De terugtocht vanuit de gevechtstelling bij het plaatsje Vistabella wordt later door Nico Mourer uitgebreid en indringend beschreven in dagblad “De Waarheid” in 1946.

De meeste eenheden van de Internationale Brigades komen tijdens deze terugtocht in het noordelijke Catalonië terecht. De Thälmann-batterij bevindt zich eind april 1938 in het zuidelijke deel van de Republiek, aan het zogenaamde Levantefront. 

Willem wordt op 7 juni door vijandelijk granaatvuur geraakt bij het stadje Atzeneta del Maestrat. Met verwondingen aan zijn rechterhand en rechterheup wordt hij afgevoerd naar het hospitaal. Waarschijnlijk komt hij terecht in het ziekenhuis van de Internationale Brigades in de twintig kilometer verder gelegen kustplaats Benicasim. Hierna zal Willem niet meer aan de strijd deelnemen. 

In oktober 1938 besluit de Spaanse Volksfrontregering van premier Negrin, als gebaar van goede wil naar de non-interventiemogendheden, de Internationale Brigades op te heffen.

Op 26 november is Willem Nieuwenhuis in Barcelona waar hij 300 Franse Francs krijgt uitbetaald - toen circa dertig gulden, één à twee arbeidersweeklonen. Hier krijgt hij ook burgerkleding en vertrekt daarna met het grote transport van 125 Nederlandse Interbrigadisten. Op Sinterklaasavond komen ze met een speciale trein aan op het station van Roozendaal. Ze krijgen daar van de Nederlandse regering stamppot met varkenslapjes maar hun Nederlandse nationaliteit wordt ze afgenomen en Willem wordt gelijk gearresteerd omdat hij 11 oktober 1937 niet was opgekomen voor herhalingsoefeningen bij zijn Nederlandse legeronderdeel.

Op 9 maart 1939 wordt Willem Nieuwenhuis door de Amsterdamse politie verhoord. Hij vertelt alleen iets over zichzelf en noemt geen adressen in Frankrijk of andere details. De namen van zijn Nederlandse kameraden bij de Thälmann-batterij weet hij niet. De enige personen in Spanje die hij zich toevallig kan herinneren zijn Nico Gräper en Theo Botterman, waarvan hij weet dat ze zijn gesneuveld....

Op 28 augustus 1939 moest hij weer in militaire dienst tijdens de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger vanwege de op handen zijnde Duitse inval in Polen en het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Maar op 23 september werd hij al “ontslagen wegens gebreken”.  In de Tweede Wereldoorlog trouwde hij en werden er drie kinderen geboren.

Begin jaren vijftig had hij enige tijd psychische problemen. Dat de gevolgen van gruwelijke ervaringen in de Spaanse Burgeroorlog hier een rol in hebben gespeeld is zeer wel mogelijk.

Bronnen: 
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.30
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.404-L.59
  • Noord-Hollands Archief, nummer toegang 307, inv.nrs 160,161 - Parket van de Procureur-Generaal te Amsterdam 1930-1939
  • Nationaal Archief  2.09.45, Den Haag, Ministerie van Justitie: Rijksvreemdelingendienst (RVD) en Taakvoorgangers, nummer toegang 2.09.45, inventarisnummer 1569
  • De Waarheid  -  woensdag 17 juli 1946  pag. 3  -  ‘Vista Bella’https://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010851632:mpeg21:p003
  • Stadsarchief Amsterdam – Indexen
Auteur: 
Ton Hegeraad, Yvonne Scholten
Laatst gewijzigd: 
02-06-2021
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Timmerman
Functie: 
Cabo artillerie
Adres: 
Jan Hansenstraat 35
Woonplaats: 
Amsterdam
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
26-06-1937
Datum terugkeer: 
05-12-1938
Gewond: 
ja
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
06-06-1947
Vader: 
Willem Cornelis Nieuwenhuis
Beroep vader: 
Kraandrijver
Moeder: 
Sophia Kaarls
Datum getrouwd: 
21-07-1943
Partner: 
Hendrika Maria Doeser
Kinderen: 
3 kinderen