VERBOVEN, Jacobus

Jacobus
Verboven
Geboren:
Tilburg
22 november 1915
Overleden:
Tilburg
11 februari 2000
Levensbeschrijving: 

De meeste informatie over Verboven komt uit een verhoor dat hem in april 1943 bij zijn aankomst in Engeland wordt afgenomen

Verboven komt uit een goed katholiek arbeidersgezin met 8 kinderen uit Tilburg. Zelf geeft hij aan de “plichten” niet meer waar te nemen. Hij heeft alleen de lagere school doorlopen en is op zijn 14de gaan werken in een textielfabriek. Na twee jaar is hij overgestapt naar een limonadefabriek en na een jaar is hij weer in een textielfabriek gaan werken. Dit alles in Tilburg.

In het verhoor zegt hij dat hij door de anti-Duitse propaganda in de Rooms-Katholieke bladen die thuis werden gelezen, zijn ouders stemden RKSP, begon hij anti-fascistisch te worden. Hij besluit naar Spanje te gaan. Hij vertrekt samen met stadsgenoot Joseph Doedee op 17 november 1937 op eigen initiatief en met eigen middelen naar Parijs. Aldus vertelt Doedee het aan de Nederlandse consul in Parijs, waar hij in mei 1938 aanklopt voor hulp bij zijn terugweg naar Nederland. Doedee had van een andere Tilburger, Janus van Esch, het adres gekregen van een wervingsbureau in Parijs aan de Avenue Marturin-Moreau 8-12. Na lang zoeken vinden ze het. Ze verblijven 3 dagen in Parijs en vertrekken dan met ± 8 anderen naar Spanje waar ze op 22 november 1937 aankomen. Daar scheiden hun wegen. Over het verblijf van Verboven in Spanje is verder niets bekend tot het moment dat hij op 2 april 1938 bij Cadina krijgsgevangen wordt gemaakt. Hij komt terecht in een krijgsgevangenkamp in Belchite. Vervolgens worden zij overgebracht naar San Pedro de Cardeña. Dit kamp is gevestigd in een oud klooster vlak bij Burgos.

Na de afloop van de Burgeroorlog komen de interbrigadisten uiteindelijk terecht in het concentratiekamp in Miranda de Ebro. Hier zitten in totaal 24 Nederlandse Interbrigadisten in krijgsgevangenschap, naast interbrigadisten uit andere landen en vluchtelingen, onder andere uit Nederlander. Het leven in deze kampen is slecht; er is weinig voedsel, de hygiëne laten veel te wensen over en er is nauwelijks medische zorg.

Voor vrijlating in het kamp zijn de Nederlanders afhankelijk van de inzet en bemiddeling van de Nederlandse regering en haar diplomatieke vertegenwoordiging in Spanje. Het resultaat daarvan liet te wensen over. Een eerste groep van 4 personen kan al in december 1939 vertrekken, maar vervolgens duurt het tot 1942 voor de volgende groep wordt vrijgelaten. De laatste Nederlandse Interbrigadisten komen pas in 1943 vrij. 
Voor een deel had dit te maken met tegenwerking vanuit Spanje, dat, na afloop van de burgeroorlog die zo sterk  gekenmerkt werd door ideologische tegenstellingen, de buitenlandse “handlangers” van de “roden”, de “huurlingen die nonnen verkrachten en enkel op buit uit waren”, zoals ze in de rechtse pers werden afgeschilderd, eigenlijk niet ongestraft wilde laten gaan. 
Aan de andere kant was er binnen de Nederlandse regering niet altijd evenveel enthousiasme om zich in te zetten voor de “ex-Nederlanders” en om diplomatieke druk uit te oefenen ten gunste van hun vrijlating. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog veranderde dit omdat de inzet van de Nederlandse Interbrigadisten in een ander daglicht kwam te staan en men positiever tegen hen aankeek. Het maakte de vrijlating er niet makkelijker op omdat Spanje toen door Duitsland onder druk werd gezet om de vrijlating van krijgsgevangenen, die zich mogelijk zouden kunnen aansluiten bij de geallieerde troepen, tegen te houden.

In juli 1942 wordt Jacob Verboven samen met Johannes Deutekom, Johan Leusink, Adriaan van Mill, Julius Osterloh, Jan van Nelfen, Piet Seegers, Jean Roselle en Sake Visser vrijgelaten uit Miranda de Ebro. Er heeft een naamsverwisseling plaatsgevonden, waardoor Verboven in plaats van Christiaan Verhoeve met het transport is meegegaan. Verhoeve is pas in 1943 vrijgelaten uit Miranda. Deze groep van totaal 50 man, naast de interbrigadisten bestaande uit een aantal vluchtelingen, vertrekt per boot, de “Cabo de Hornos”, vanuit Vigo naar Trinidad. Na 2 maanden gaan ze naar Curaçao, en vandaar naar Canada. Daar worden ze opgenomen in de toen net opgerichte Prinses Irene Brigade. Verboven krijgt daar de mogelijkheid aan te geven bij welk gevechtsonderdeel hij ondergebracht wil worden. Hij geeft aan graag bij de R.A.F. te willen en in een Spitfire wil vliegen. Hij wil niet bij de infanterie. Hij ontmoet in Canada ook Prins Bernhard tegenover wie zijn wens wat betreft de R.A.F. herhaalt. De prins zei hem dat hij net zo veel recht had om te kiezen als de “Engelandvaarders”. Uiteindelijk komt hij wel bij de R.A.F. terecht maar als grondwerktuigkundige. Hij brengt het tot korporaal.
Begin 1943 gaan ze naar Engeland naar het kamp van de Irene Brigade in Wolverhampton. Hier wordt het eerdergenoemde verhoor afgenomen waarin zijn politieke gezindheid en vaderlandsliefde wordt getoetst, en waar deze biografische schets grotendeels op is gebaseerd. 

In september 1946 hoort hij bij de eerste groep Spanjestrijders, waaronder Jef Last en Piet Laros, die zijn Nederlanderschap terug krijgt. Hij blijkt dan nog steeds in dienst te zijn van de Nederlandse luchtstrijdkrachten en in Engeland te verblijven.

In 1947 treedt hij in Tilburg in het huwelijk met de zeven jaar jongere Petronella Gerarda Adriana Beerens. In 1953 emigreert hij naar Canada, maar dat wordt geen succes, in 1955 komt hij weer terug. Hij wil weer in dienst bij de Koninklijke Luchtmacht en wordt daarom gescreend door de BVD. Die constateert dat er geen bezwaar is omdat hij geen communist is. Omdat hij niet als communist heeft deelgenomen aan de Internationale Brigades wordt hij door de BVD bestempeld als “avonturier”.

Jacob overlijdt op 11 februari 2000 in zijn geboorteplaats.

Bronnen: 
  • Nationaal Archief 2.09.06, Ministerie van Justitie, Londens Archief, inventarisnr 10661
  • IISG, collectie Nederlandse deelnemers aan de Spaanse Burgeroorlog, 48
  • Oud-Spanjestrijders, Nederlanders die geen Nederlander zijn, Rik Vuurmans, Amsterdam, februari 1986 (doctoraalscriptie)
  • Nationaal Archief 2.05.03, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Spaanse Burgeroorlog (dossier A 197 bis Sp), inventarisnummer 1676
  • Archief Internationale Brigaden, Moskou, RGASPI F.545-Op.6-D.35-L.196
  • Nationaal Archief 2.04.125, Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en voorgangers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Persoonsdossiers, inventarisnummer: 23340
  • Ministerie van Defensie, Archief Persoonsdossiers
Auteur: 
Rik Vuurmans
Laatst gewijzigd: 
16-02-2024
Overige gegevens
Sekse: 
man
Beroep: 
Machinesteller
Adres: 
Kasteeldreef 105
Woonplaats: 
Tilburg
Datum vertrek Nederland/aankomst Spanje: 
22-11-1937
Nederlanderschap afgenomen: 
ja
Nederlanderschap teruggegeven: 
4-09-1946
Vader: 
Petrus Adrianus Verboven
Beroep vader: 
steenkruier, leerlooier
Moeder: 
Petronella Maria Huijbregts
Datum getrouwd: 
1947